Les 2 Hoe ga je met elkaar om?

Twee maanden geleden zat je nog in groep 8 van de lagere school. Inmiddels zit je in de brugklas van het voortgezet onderwijs. Hoe voelt dat? Heb je al gevoel bij sommige klasgenoten. Je zit tenslotte een heel schooljaar met dezefde mensen in de klas. Dan is het natuurlijk prettig als je je daar goed bij voelt. Maar hoe zorg je ervoor dat je je prettig voelt in deze klas? Daarover gaat deze les.

Na deze les weet je wat jij kan doen om je goed te voelen in deze klas.

Terugkijken

Hoe voelen jullie je nu in deze klas? Heb je al vrienden gemaakt? Of twijfel je nog een beetje? Als je terugkijkt op de eerste weken, wat denk je dan? En wat kan je zelf doen om vrienden te maken?

Bespreek dat met de klas?

Als je goede tips van anderen hoort, bewaar die dan op je computer in het mapje ‘Maak van je klas een topklas’.

Stap 1 | Kijk om je heen.

Kijk eens om je heen….

Wat is je eerste indruk van je klasgenoten? Kan je je voorstellen dat je met sommige van hen goede vrienden wordt? 

Opdracht 1 | Hoe voel je je in deze klas?

Bedenk: wanneer voel jij je goed?

Bijvoorbeeld: als ik iedereen in de klas ken. Met plezier naar school ga. En goede cijfers haal. Bewaar die informatie in het mapje het op de computer: : ‘Maak van je klas een topklas’. Wat kan jij daar zelf voor doen? 

Stap 2 | Bedenk vragen.

Vragen staat vrij. Dat betekent: je mag iedereen vragen stellen. Ook aan klasgenoten die je helemaal nog niet heb gesproken. Vragen zijn een goed ‘wapen’. Door ze te stellen, kan je veel over iemand te weten komen. Als je iets niet snapt, kan je het aan je docent vragen.

Opdracht 2 | Wat wil je van iemand weten?

Bedenk wat je kan vragen.

Noteer de naam van elke klasgenoot in het mapje op je computer. Schrijf achter iedere naam een vraag die je wil stellen. Je kan aan iedere leerling apart een vraag stellen. Maar je mag ook aan iedereen dezelfde vraag stellen. Bijvoorbeeld: wat vind je de mooiste film die je ooit hebt gezien? Wat wil je later worden? Waarom heb je voor deze school gekozen? Van welke muziek hou jij? Etc.

Stap 3 | Stel vragen

Stel nu de vragen die je hebt bedacht. Schrijf de naam op van de klasgenoot aan wie je die vraag gaat stellen. Schrijf erbij wat het antwoord was. Wat vind je de leukste antwoorden en waarom?

Hoe pak je het aan?

1. Pak een blaadje en een pen.
2. Zoekt een plekje.
3. Stel de eerste vraag aan degene die tegenover je zit. Je krijgt 1 minuut de tijd om je vraag te stellen. Daarna stelt de ander een minuut vragen aan jou.
4. Schrijf de naam van degene die tegenover je zit in je notitieboekje. Wat was het antwoord op je vraag?
5. Als de mentor het sein geeft, schuift de ene rij een plekje op. Degene die vooraan zit, sluit achter aan. De andere rij blijft gewoon zitten.
6. Net zolang tot je iedereen hebt gesproken.
7. Daarna beantwoord je de volgende vraag.

Opdracht 3 | Welke vragen kreeg jij?

Schrijf op: wat vond jij de leukste antwoorden?

Bewaar de antwoorden in een mapje op je computer. Schrijf erbij wie dat antwoord gaf. En waarom je dat zo’n leuk antwoord vond. 

Bespreek dat met de klas.

Als je iemand leuk vindt, praat dan later verder.

Stap 4 | Maak afspraken.

Wanneer vind jij een klas een fijne klas? Aan welke voorwaarden moet die klas dan voldoen? Bijvoorbeeld: een klas waar iedereen iedereen helpt. Of een klas waar iedereen met respect wordt behandeld? Maak daar afspraken over.

Vorm groepjes van 4.

Bedenk afspraken die je zou kunnen maken. Welke regels gelden in de klas? Bijvoorbeeld: ‘Ik wil graag dat we elkaar met respect behandelen’. Of: ‘Ik wil niet dat er iemand wordt gepest in deze klas.’ Etc. Welke afspraak maken jullie daarover? Bewaar de afspraak die je met je groepje hebt gemaakt op je computer. Of in een notitieboekje.

Gebruiksaanwijzing:

1. Als jullie klaar zijn, leest elk groepje de afspraak voor.
2. De mentor schrijft die afspraak op het bord.
3. Het groepje dat dezelfde afspraak heeft bedacht, steekt zijn vinger op.
4. De mentor telt het aantal vingers.
5. De 5 afspraken met de meeste stemmen tellen. Dat zijn de afspraken waar iedereen in de klas zich aan moet houden.

Schrijf die afspraken in je notitieboekje of op je computer. 

Deze afspraken zijn jullie eigen regels voor de klas. Tot het einde van het schooljaar. Gaat het niet goed? Dan kunnen jullie de regels aanpassen. Praat daar met de hele klas over.

Stap 5 | Houd je aan je afspraken.

Afspraken maken is een goed idee. Maar hoe zorg je ervoor dat iedereen zich eraan houdt? En wat doe je als iemand zich er niet aan houdt? Iedereen in de klas is daarvoor verantwoordelijk. Spreek elkaar daar op aan! Hoe je dat doet, bespreek je deze les.

Opdracht 5 | Welke straf hoort erbij?.

Bedenk een grappige ‘straf’ bij elke afspraak?

Gebruiksaanwijzing

1. Maak weer groepjes.
2. Elk groepje bedenkt bij de afspraken een grappige ‘straf’.

Bijvoorbeeld: bij de afspraak: ‘In onze klas wordt niet gepest’, zou de straf kunnen zijn: ‘een spreekbeurt houden over pesten’.

3. Elk groepje noemt bij elke afspraak, welke straf het daarbij heeft bedacht.
4. Als jouw groepje dezelfde afspraak heeft bedacht, steekt iemand zijn vinger op.
5. De mentor noteert weer het aantal stemmen.
6. De straf met de meeste stemmen telt.

Schrijf nu alle afspraken op een groot vel.

En zet bij elke afspraak de ‘straf’. Daarna zet iedereen zijn handtekening eronder. Dat betekent dat iedereen het ermee eens is.

Stap 6 | Vier successen.

Nu komt het leukste: elke week (of elke maand) bespreek je met de mentor hoe het is gegaan. Houdt iedereen zich aan de regels en helpen jullie elkaar? Als er successen zijn geboekt, ga je dat vieren. Maar hoe ga je dat doen?

Bijvoorbeeld: als iedereen zich aan de afspraken heeft gehouden, trakteert de mentor. Een leuke ‘straf’ is ook om iemand die zich niet aan de afspraak houdt daar een spreekbeurt over te laten houden. Schrijf dat op het grote vel.

Opdracht 6 | Hoe ga je dat samen vieren?

Bedenk: Leuke dingen om samen te doen?

Drie keer is scheepsrecht. Bedenk dus weer in groepjes wat successen zouden kunnen zijn. Bedenk ook hoe je elk succes gaat vieren. Daarna bepalen jullie welke successen gevierd gaan worden. En hoe je dat gaat aanpakken. Je kan ook een paar klasgenoten uit de klas kiezen die dat organiseren.