Chat with us, powered by LiveChat

Burgerschap| Kiezen en Kopen

Les 1 Wat is positief denken?

 

LES 1. Wat is reclame? En hoe werkt het pecies?

Reclame vertelt je waarom je iets zou moeten kopen. Bij commerciële reclame gaat het om geld verdienen. Bij ideële reclame gaat het om helpen. Bijvoorbeeld bij een natuurramp. is de boodschap het belangrijkst. Daarin word je gevraagd iemand te helpen.

[Picto doel] Na deze les kan je uitleggen hoe je een goede commercial kan maken.

[Picto terugkijken] Wat was jouw challenge de vorige les? Hoe is dat gegaan?

  • Bespreek dat met de klas.

[Picto video] Wat vind je van de video?

  • Bespreek dat met de klas.

Bekijk de 3 filmpjes. Een voorbeeld van een commerciële reclame (Samsung). Van ideële reclame (Veilig Verkeer Nederland). En een uitleg over hoe reclame precies werkt (Klokhuis).

Wat vind je ervan? Heb je er ook iets van geleerd? Wat?

Ik heb geleerd

………………………………………………………………………………………………………………………..

  • Bespreek dat met de klas.

stelling

Door reclame koop ik vaak iets wat ik graag wil hebben. Niet omdat ik het per se nodig heb.

[Picto opdracht] Wat vind je van deze stelling?

  • Maak hieronder een woordweb. Hoe doe je dat?

Uitleg

  1. Zet in het midden: ‘Reclame’. Teken daar een rechthoek omheen.
  2. Daar om heen schrijf je 4 of 5 woorden die te maken hebben met ‘Reclame’. Daaromheen teken je een cirkel. Verbind die cirkel met het vak waarin ‘Reclame’ staat.
  3. Bij elk woord schrijf je woorden die iets met dat woord te maken hebben. Daar om heen maak je weer een cirkel. Trek nu lijntjes van de eerste cirkel naar de tweede. Welke woorden horen bij elkaar?  

Voorbeeld:

Commercieel [Cirkel]

Televisie [Cirkel]

Reclame [Rechthoek]

[Picto weetje] Commercieel betekent dat de informatie bedoeld is om geld aan te verdienen.

[Picto duo-opdracht] Wat is het verschil tussen commerciële en ideële reclame?

  • Leg in je eigen woorden uit waarom bedrijven reclame voor een product maken.

Een Commercieel bedrijf ……………………………………………………………………………………

Een ideël bedrijf ………………………………………………………………………………………………..

Als je reclame maakt, moet je goed nadenken wie je doelgroep is. Wat vinden ze leuk? Kunnen ze het betalen?

[Picto weetje] Een doelgroep is de groep mensen aan wie je je product wil verkopen. Zo kan je gericht reclame maken. Dat betekent dat je weet wat je doelgroep wil.

[Picto tip] Wat wil je ermee doen? Stel je dat voor. Denk dan ook wat je eerder hebt gekocht en wat je daar nu nog mee doet. Bijvoorbeeld: een een step. Die staat nu in de schuur te verroesten.

[Picto duo-opdracht] Wat zijn voorbeelden van reclame?

  • Bedenk 2 voorbeelden van reclame (1 commerciele en 1 ideëlereclame).

Gebruik voor deze opdracht tijdschriften, kranten of je chromebook. Of denk aan de commercials op tv en de radio.

Leg bij elk voorbeeld uit waarom je hiervoor hebt gekozen. Je mag het ook tekenen.

[Hieronder ipv de twee blauwe vakken 2 kaders waarin de volgende tekst komt te staan]:

Vak 1: ‘Ik heb voor deze commerciele reclame gekozen, omdat…’

…………………………………………………….…………

………………………………………………………………..

Vak 2: ‘Ik heb voor deze ideële reclame gekozen, omdat….’

…………………………………………………….…………

………………………………………………………………..

 

 

 

 

 

 

 

 

 

[Picto tip] Wat doe je als je een commerciële reclame tegenkomt? Dan bedenk je eerst dat het bedrijf geld aan je wil verdienen. Dat is niet erg, als je iets echt nodig hebt. Of echt graag wil hebben. Hoe graag wil je het hebben? Wat ga je ermee doen? Stel je dat voor.

[Picto groepsopdracht] Waar wil jij reclame voor maken?

  • Bedenk een product.

Het mag een bestaand product zijn. Maar je mag ook een nieuw product bedenken. Hoe ga je mensen ervan overtuigen dat ze dat moeten kopen?

 

  • Bedenk een verhaal: waarom is het zo goed?

Waarom zou iemand dat kopen? En waarvoor moet je oppassen? Schrijf op wie wat zegt en wat er gebeurt. Speel dit verhaal voor de klas. Of maak er een filmpje van en laat dat op het scherm zien.

Na afloop check je met de klas:

  • Is het onderwerp duidelijk?
  • Komt de boodschap goed over?
  • Hebben we het goed ‘verkocht’?

Wat wil Iemand die ideële reclame maakt,? Die wil er niet per se veel geld aan verdienen. Hij wil wel dat er geld mee wordt verdiend, maar dan voor een goed doel. Mensen die het moeilijk hebben door bijvoorbeeld een natuuramp of een oorlog.

[Picto weetje] In een commerciële reclame wil het bedrijf geld verdienen. Daarom hebben ze de reclame zo gemaakt, dat veel mensen het willen kopen. Waar moet je dan voor jezelf op letten?

[Picto groepsopdracht] Welk ideële product vinden jullie belangrijk?

  • Maak een reclameposter voor een ideële reclame.De poster waarschuwt ergens voor of vraagt om hulp.
  • Bedenk een onderwerp.
  • Wat wil je precies vertellen met je reclameboodschap?
  • Bedenk een titel.
  • Hang je poster op.

Na afloop gaan jullie met de klas de posters bekijken. Welke poster is de beste?  

  • Is het onderwerp duidelijk?
  • Komt de boodschap goed over?

 

[Picto Deze les] Deze les leerde je wat reclame is. Maar ook wat het verschil tussen commerciele en ideële reclame is.

 

[Picto Callenge] Bedenk de komende week een reclame voor een goed doel. Kijk goed hoe anderen dat hebben gedaan. Of vraag het aan iemand die er verstand van heeft.

 

 

Wist je  dat lachen gezond is. Het geeft een boost aan je immuunsysteem. Dat betekent dat je minder kans hebt om ziek te worden. Als je lacht ben je ontspannen. Het vermindert angst en stress.

 

 

Terugkijken

 

De vorige module ging over gezondheid. De Challenge van de laatste les was dat je een gezondheidsplan zou maken.

 

Wie heeft de afgelopen week zijn gezondheidsplan gemaakt?

Hoe is dat bevallen? Deel dat met de klas. Noteer goede tips op je computer in het mapje ‘Positief denken’.

 

 

William James is de naam van onze Chatknop. Als je vragen hebt bij een les of bij een vak dan kan je die aan hem stellen. Je kan bijvoorbeeld alle stappenplannen opvragen, oefenen uit de methode of vragen stellen als je iets niet begrijpt. Bijvoorbeeld bij wiskunde.Wat nu als je een vraag stelt waar hij geen antwoord op weet? Stel dan je vraag op een andere manier. Beschrijf het probleem in de Chatknop. Net zolang tot je het wel begrijpt.

 

 

Bekijk de video

 

Bekijk de video. Hoor je goede tips, sla die dan op in het mapje ‘Kiezen‘. Je mag het ook een andere naam geven. Als jij maar begrijpt wat het betekent. En waar je het kan vinden.

Positief denken zorgt er voor dat je gelukkiger bent dan iemand die negatief denkt. Draai negatieve gedachten om. Probeer het maar eens. .

 

 

Stap 1 | Kijk wat er goed gaat. 

 

Als er iets tegenzit, kijk dan naar wat er wel goed gaat. Daarmee maak je negatief positief. Oefen daarop! Zo ga je automatisch positiever denken over die situatie.

 

Hoe werkt dat?

 

Wist je dat jij zelf kan bepalen wat je denkt. Jje gedachten bepalen hoe je je voelt. Dus als je negatief denkt, voel je je rot. Als je positief denkt, voel je je goed. Met andere woorden: als je negatieve gedachten om kan draaien, voel je je beter.

 

Wanneer dacht je negatief over jezelf? Of over anderen?

Vraag je dan af: klopt die gedachte wel? Bijvoorbeeld: ‘Ze zijn vast boos op mij’. ‘Ik heb vast een onvoldoende voor mijn toets’ of ‘Ik wordt vast uitgelachen.’ Vaak blijkt het achteraf wel mee te vallen. Ze zijn niet boos, je had geen onvoldoende en ze lachten je niet uit. En by the way, hoeveel zin heeft het om negatief te denken? Zonder dat je weet of het echt zo is. Daar heb je alleen jezelf mee. 

 

Opdracht 1 | Draai negatieve gedachten om.

 

Draai elke negatieve gedachte om. Hoe vaker je dat doet, hoe beter je je gaat voelen. Lees deze les terug als je je even niet zo tof voelt.

 

Waarschuwing:

80% van alle gedachten is negatief. Dus let goed op: draai elke negatieve gedachte om, net zo lang tot je niet beter weet. Daar heb je de rest van je leven profijt van. Bovendien zal het de sfeer in de klas verbeteren.

 

Stap 2 | Wees dankbaar.

 

Les 2. Ecologische voetafdruk I

Mensen nemen teveel ruimte in op aarde. Dat komt omdat er steeds meer mensen bijkomen. Logisch dat we meer energie nodig hebben. Hoeveel ecologische ruimte neem jij in? Daarover gaat deze les.

Energie komt uit gas, aardolie of steenkool. Deze energiebronnen komen allemaal uit de aarde. Dit noemen we fossiele brandstoffen. Maar je kan ook energie halen uit water, zon of wind. Dat zijn natuurlijke energiebronnen.

[Picto doel] Na deze les kan je uitleggen wat een ‘ecologische voetafdruk’ is. En wat je kan doen om jouw ecologische voetafdruk kleiner te maken.

[Picto terugkijken] De vorige les hebben jullie de opdracht gekregen om een ideële reclame te bedenken. Wat heb je daarvan geleerd? Heb je daar iets aan gehad?

  • Bespreek dat met de hele klas.

[Picto video] Wat heb je van de video geleerd?

  • Bespreek dat met de klas.

Uitleg

Hoe meer grond we gebruiken, hoe meer ruimte we innemen. De ruimte die nodig is om jouw voedsel te maken + de hoeveelheid energie die je gebruikt = de ecologische voetafdruk.

Dat betekent dat wat en hoeveel jij eet, plus de energie die jij gebruikt, bepaalt wat jou ecologische voetafdruk is.

Omdat wij steeds meer ruimte innemen, komt er steeds minder ruimte voor de natuur. Hierdoor verdwijnen steeds meer planten- en diersoorten. Dus als wij minder ruimte zouden innemen, komt er meer ruimte voor dieren en planten.

[Picto weetje] Wat betekent het als je seizoensgebonden voedsel eet? Dat betekent dat je groente en fruit eet die in jouw land per seizoen geteeld wordt. Je eet in het voorjaar dus andere producten dan in het najaar.

Daarbij hoort ‘lokaal geteeld’. Dat betekent dicht bij jou in de buurt. Dan hoeft jouw voedsel veel minder kilometers af te leggen, dan als het vanuit een ver land komt. Minder vlees betekent minder ruimte. Elk dier eet namelijk ook.

[Picto opdracht] Hoe kun je je ecologische voetafdruk kleiner maken?

  • Maak een keuze uit de onderstaande mogelijkheden. Leg uit:waarom maak je dan je ecologische voetstap kleiner?

 

  1. Eet loklaal geteeld voedsel van het seizoen

Waarom?

Omdat ………………………………………………………………………………………………………………………….

  1. Eet minder vlees

Waarom?

Omdat ………………………………………………………………………………………………………………………….

 

[Picto weetje] Mensen die helemaal geen vlees eten, noemen we vegetariers. Er zijn ook mensen die helemaal niets eten dat van dieren afkomstig is. Dus geen melk, eieren, kaas, etc. Die mensen noemen we veganisten.

In de supermarkt ligt veel groente en fruit uit verre landen. Je kan ook groente en fruit kopen die in Nederland is geteeld. Dat maakt je ecologische voetafdruk kleiner. Bovendien is het gezonder. In vlees uit de supermarkt zitten veel ongezonde stoffen.

[Picto tip] Koop groente en fruit dat in Nederland geteeld is. Dan eet je groente en fruit van het seizoen. En vries het eventueel in voor andere seizoenen. Dat scheelt veel energie (vervoer). Maar het is ook lokaal geteeld.

[Picto Groepsopdracht] Wat kan jij doen aan je ecologische voetafdruk?

  • Zoek uit welke groente en fruit je in welk seizoen eet. Wanneer maak je je ecologische voetprint kleiner?

Wat kan je in ons land per seizoen eten? Zoek plaatjes op internet van groente en fruit. Deel deze per seizoen in (lente, zomer, herfst en winter). Maak hier een collage van.

[Picto weetje] Elk seizoen duurt drie maanden. De lente begint op 21 maart, de zomer op 21 juni, de herfst op 21 september en de winter opm 21 december.

  1. Wees zuinig met energie

 

Energie gebruik je om je eten te koken. Maar ook om je huis te verwarmen (in de winter). Of juist om je huis koeler te maken (in de zomer).  Of om ’s avonds je licht aan te doen.

 

[Picto Weetje] Je hebt fossiele brandstof. Bijvoorbeeld aardolie, gas en elektriciteit. Maar ook biomassa. Dat wordt gemaakt van bomen. Deze brandstoffen zijn slecht voor het milieu.

 

[Picto tip] Schone energie komt van windmolens en zonnepanelen. Daar is geen fossiele energie voor nodig. Dus dat is beter voor het milieu.

 

Er komen steeds meer mensen op aarde. Die hebben allemaal energie nodig. Daarom is het goed als iedereen ietsjes minder gebruikt. Bijvoorbeeld door apparaten uit te zetten als je ze niet gebruikt. Dus niet op stand-by. Doe verder het licht uit in ruimtes waar je niet bent. Douche zo kort mogelijk. Kook met een deksel op de pan.

 

[Picto opdracht] Hoeveel energie gebruik jij?

  • Beschrijf hoe jij gister thuis met energie bent om gegaan.Wat heb je gebruikt, terwijl dat niet nodig was. Bijvoorbeeld: het licht op je kamer brandde, maar je was beneden. Hoe kan je dat vandaag beter doen.

 

Mijn plan voor vandaag is….

 

  1. ………………………………………………………………………………………………………………………….
  2. ………………………………………………………………………………………………………………………….
  3. ………………………………………………………………………………………………………………………….

Uitleg

Alles waar een stekker aan zit, verbruikt energie (elctriciteit). Elke schakelaar gaat energie gebruiken als je hem ‘aan’ drukt (elektriciteit of gas). Elke kraan die je openzet, gebruikt energie (warm water: elektriciteit of gas). Elk vervoermiddel met een motor, gebruikt energie (benzine, diesel, gas of elektriciteit).

………………………………………………………………………………………………………………………………….

Thuis gebruik je dus energie door te douchen, door het licht aan te doen, je computer op te laden of de (hout of gas)kachel aan te doen. Buiten door een vervoermiddel te gebruiken die een motor heeft. Daarop kan je dus bezuinigen. Scheelt geld en is goed voor het milieu.

 

[Picto groepsopdracht] Wat kan jij doen om je ecologische voetstap kleiner te maken?

 

  • Bedenk twee manieren om minder energie te gebruiken.Als je minder energie gebruikt, verklein je je ecologische voetstap.

 

Wat kan je nog meer doen? Gebruik bijvoorbeeld gerecycled papier, koop tweede hands spullen of eet geen of minder vlees.

[Picto tip] Zorg dat je geen reclamedrukwerk krijgt. Je kan hiervoor een nee-nee-sticker op je brievenbus plakken. Breng oud papier naar de papierbak.

Maar hoeveel energie verspil jij eigenlijk? Een paar voorbeelden. Als je de hele dag de lichten aan laat in je kamertje. Of de thermostaat op 23 graden laat staan. Of heel veel vlees eet. Of  vijf keer per jaar van Nederland naar Amerika vliegt. Dan gebruik je heel veel energie. Vaak is dat niet nodig.

Stel: je besluit om je licht uit te doen als je niet in je kamertje bent. Je stopt met het eten van vlees. En je gaat maar een keer per jaar naar Amerika. Dan verbruik je veel minder energie.

[Picto Groepsopdracht] Hoe kan je je voetafdruk (nog) kleiner maken?

  • Doe de test.Hoeveel energie verbruik je met je groepje? Tel alle punten bij elkaar. Welk groepje heeft de grootste ecologische voetafdruk?

 

 

stelling

Ik zou nooit zonder vlees kunnen!

[Picto groepsopdracht] Hoe moeilijk is het om geen vlees te eten? En hoeveel kan je besparen als je minder vlees eet?

  • Maak groepjes van 4 of 5 leerlingen. Bedenkwat jullie daaraan kunnen doen. Hoeveel kunnen/willen jullie samen besparen? Elk groepje legt aan de klas uit hoe zij het aan gaan pakken.

Wij willen ……. besparen. Dat kan lukken als we……………………………………………………

Zet daarachter hoeveel je per onderdeel per dag samen ongeveer kunt besparen?

 

Bijvoorbeeld:

 

  1. Geen licht laten branden waar niemand is. 15
  2. …………………………………………………………………….……………. ………….
  3. …………………………………………………………………….……………. ………….
  4. …………………………………………………………………….……………. ………….

 

[Picto Deze les] Deze les heb je geleerd wat jij kan doen om de aarde te beschermen.

 

[Picto Challenge] Hoeveel energie wil jij besparen? Ga dat de komende week doen. Kijk of je dat vol kan houden.

Opdracht 2 | Waar ben jij dankbaar voor?

 

Maak een lijstje met alles waar je dankbaar voor bent.

Denk ook aan kleine dingen, zoals ik ben dankbaar, omdat…: ‘ik een lekker bed heb’, ‘het licht aan gaat, er water uit de kraan komt’, etc. Maar ook belangrijkere dingen: ‘Ik ben dankbaar dat ik goede ouders heb, een dak boven mijn hoofd, goede vrienden of vriendinnen, op vakantie kan,’ etc. Bewaar deze informatie in een mapje ‘Positief denken’ op de computer. Kijk dat eens terug als je je verdrietig voelt.

 

Als je voor een moeilijke keuze staat, neem daar dan de tijd voor.. Denk er goed over na, Bespreek het met iemand die je vertrouwt. Of zoek zelf uit  hoe groot die risico’s kunnen zijn.

 

 

Stap 3 | Wees lief voorjezelf.

 

Les 3. Ecologische voetafdruk II

 

Wat kan je nog meer doen om de aarde te beschermen? Veel! Wat allemaal? Daarover gaat deze les.

 

[Picto doel] Aan het eind van deze les kan je uitleggen wat jij nog meer kan doen om je ecologische voetafdruk te verkleinen.

 

[Picto terugkijken] Hoe is het de afgelopen weeg gegaan? Heb je je aan je challenge gehouden? Hoe moeilijk was dat? En hoe trots ben je op jezelf?

 

  • Bespreek dat met de hele klas.

 

[Picto video] Hoe ging het vroeger en hoe gaat het nu? Wat heb je van de video geleerd?

  • Bespreek dat met de klas.

De vorige les ging over voeding en energie. Deze les ga je kijken wat jij nog meer kan doen om de aarde leefbaar te houden. Denk aan hoe je afval kan scheiden. En aan recycelen.

stelling

Ik vind het belangrijk om afval te scheiden. Zo kan ik zelf zorgen voor een beter milieu.

[Picto opdracht] Hoe belangrijk vind je het milieu? Vind je het wel of niet belangrijk?

  • Bespreek dat met de klas.Waarom wel en waarom niet?

[Picto weetje] Recycelen betekent afval opnieuw gebruiken. Een voorbeeld is plastic. Dit wordt gemaakt van chemische stoffen. Bovendien blijft het heel lang bestaan. Van plastic kan je allerlei andere dingen maken. Daarom is het belangrijk om afval te scheiden.

Uitleg

Je kan bijvoorbeeld minder papier, plastic en andere stoffen gebruiken. Of in ieder geval die stoffen scheiden. In huis, op school, op stage of op het werk: overal heb je met afval te maken. Uit sommige soorten afval kunnen nieuwe producten gemaakt worden. Dit noem je recycelen.

Je kan afval indelen in verschillende groepen:

  • glas
  • papier en karton
  • groente-, fruit- en tuinafval (gft)
  • klein chemisch afval (kca)
  • plastic, metalen verpakkingen en drankenkartons (pmd)
  •  

Afval scheiden is goed voor het milieu. Hoe doe je dat?

Glas
Glas gooi je in de glasbak. Er zijn verschillende bakken voor verschillende kleuren glas.

Papier en karton
Papier en karton worden van houtsnippers gemaakt. Daarvoor worden bomen gekapt. Papier en karton kan ook gemaakt worden van oud papier. Daarom is het belangrijk om oud papier in de papierbak te doen. Zo kan het weer opnieuw gebruikt worden.

GFT-afval
Gft-afval betekent: groente- fruit en tuinafval. Dit is afval van groente en fruit, eierschalen, gebruikte theezakjes en afval uit de tuin. Dit afval doe je in de groencontainer. Van gft-afval wordt compost gemaakt. Dat is biologische mest.

Klein chemisch afval
Dit is afval waar giftige stoffen in zitten. Bijvoorbeeld spaarlampen, batterijen of restjes verf. Je levert het in bij de chemokar. Batterijen kun je vaak inleveren in een doos bij de supermarkt.

Plastic, metalen verpakkingen en drankenkartons
Plastic afval, metalen verpakkingen en drankenkartons  doe je in de plastic-container. Bijvoorbeeld plastic zakken, verpakkingen en plastic flessen. Van het plastic worden nieuwe plastic verpakkingen gemaakt of meubels.

Restafval
Al het afval dat overblijft, is restafval. Dit afval doe je in de container voor restafval. Het restafval wordt verbrand.

 

[Groepsopdracht] In welke afvalbak doe je het afval?

  • Trek een lijn tussen het afval en de bak waarin het gegooid moet worden.

Afval zie je thuis, maar ook op straat. Thuis gooi je het in de vuilnisbak. Dat wordt opgehaald door een vuilniswagen. Maar wat gebeurt er met het afval op straat of in de natuur?

[Groepsopdracht] Wat kom je allemaal tegen?

  • Ga buiten afval prikken en verzamelen.Wat ben je na een half uur allemaal tegengekomen? Welke soorten afval heb je gevonden?

[Picto deze les] Deze les heb je geleerd wat jij aan het milieu kan doen.

[Picto Challenge] Wat ga je de komende week doen aan afvalscheiding of aan recycelen?

Opdracht 3 | Hoe lief ben jij voorjezelf?

 

Bedenk hoe je jezelf kan verwennen.

Bewaar die informatie in een mapje op je computer.

 

Wees lief voor jezelf, dan ben je dat vaak ook voor anderen.

Stap 4 | Verplaats jezelf in een ander.

 

Les 4. Wat koop je?

Je kan je geld maar 1 keer uitgeven. En als het op is, is het op. Dan kan je niets meer kopen. Hoe zorg je ervoor dat je zakgeld niet halverwege de week op is? Of hoe voorkom je dat je kleren koopt die door kleine kinderen zijn gemaakt? Dat is een kwestie van kiezen. Welke keuze past bij jou? Daarover gaat deze les.

[Picto doel] Aan het eind van de les kan je uitleggen hoe je daarin een keuze kan maken die bij je past.

[Picto terugkijken] Heb je de afgelopen week afval gescheiden? Of heb je plastic gerecycled? Hoe is dat bevallen? Ben je trots op jezelf?

  • Bespreek dat met de klas

[Picto video] Waar gaat de video over?

  • Bekijk de video en bespreek die met de klas. Wat heb je ervan geleerd?

stelling

Informatie over een product is altijd betrouwbaar.

[Picto opdracht] Wat vind je van deze stelling?

  • Bespreek het met de klas. Ben je het ermee eens of niet? En waarom.

[Picto weetje] Het is belangrijk dat informatie over een product betrouwbaar is. Je krijgt dan de juiste informatie over het product. Etiketten laten zien welke voor- en nadelen een product heeft.

Goed lezen
Lees de informatie over een product voordat je iets koopt. Ben je nog niet zeker? Vraag dan informatie in de winkel. Een verkoper kan je helpen kiezen welk product het beste bij jou past. Maar blijf zelf nadenken.

Als je iets koopt, heb je een keuze. Maar wat vind jij belangrijk bij een keuze? De prijs? Waar het van gemaakt is? Hoe goed het is voor je gezondheid? Of dat je het hard nodig hebt?

[Picto weetje] Een duurzaam product is gemaakt met zo weinig mogelijk schade aan de natuur en mensen. Het is dus beter voor het milieu en je gezondheid. Maar wat betekent ‘duurzaam’ eigenlijk?

Als je een keuze maakt, betekent dat dat je een ding kiest. Daarmee kies je niet voor andere dingen. Je kiest bijvoorbeeld: omdat het goedkoop is. Dan kies je niet omdat het niet door kinderen is gemaakt.

[Picto weetje] Als je een keuze maakt, kijk dan eerst naar de voordelen. Daarna kijk je naar de nadelen. Vervolgens kijk je naar wat het belangrijkste voordeel is en het belangrijkste nadeel. Ten slotte kijk je welk voordeel of nadeel je het belangrijkste vindt.

[Picto groepopdracht] Welke tablet wil je kopen?

  • Zoek uit welke de beste is voor jou.

Je wilt een tablet kopen. Dan kijk je eerst naar de voordelen en de nadelen. Daarna bepaal je welk voordeel je het belangrijkste vindt. Omcirkel die met potlood. Doe hetzelfde bij de nadelen. Ten slotte kies je wat je het belangrijkst vindt: het belangrijkste voordeel of nadeel. Die omcirkel je met groen.

Welke kies je? Waarom wel en waarom niet?

Omdat de tablet:

  • goedkoper is
  • groter scherm heeft
  • dichter bij is gemaakt
  • sneller is
  • beter voor het milieu
  • meer geheugen heeft

Advertentie:

Tablet 1 Tablet 2

Prijs: 100,= 120,00

Geheugen 100 gb 90 gb

Scherm 27 inch 32 inch

Gemaakt in China Nederland

Stof Plastic metaal

Snelheid 8 9

Voordelen Nadelen

……………………………………….. ………………………………………..

……………………………………….. ………………………………………..

……………………………………….. ………………………………………..

……………………………………….. ………………………………………..

……………………………………….. ………………………………………..

Ikk ies voor tablet …., omdat …………………………………………………………………………………………………

[Picto Deze les] Deze les heb je geleerd …………………………………………………………….

 

[Picto Challenge] Wat ga je de aankomende week doen: recyclen of afval scheiden?

 

  • Bespreek dat met de klas.

 

Opdracht 4 | Wanneer dacht jij negatief over een ander?

 

Leg uit hoe je daar nu over denkt.

Noteer die gedachte in je mapje op je computer. Kijk er nog eens op terug als je negatief over iemand denkt. Niemand is altijd boos, niemand laat je nooit uitpraten, etc.

 

Stap 5 | Omring je met positieve mensen.

 

Les 5. Wat heb je nodig?

Als je iets wil kopen, moet je op veel dingen letten. Waarop je moet letten, is afhankelijk van wat jij belangrijk vindt. Maar wees daar kritisch over. Als je het heel mooi vindt, maar eraan twijfelt of je het wel nodig hebt, denk dan nog even na.

[Picto doel] Aan het eind van de les kan je uitleggen hoe je een goede keuze kunt maken.

[Picto terugkijken] Hoe is de challence de afgelopen week gegaan? Ben je trots op jezelf?

  • Bespreek dat met de klas

[Picto video] Wat heb je geleerd van de video?

  • Noteer wat je van de video hebt geleerd. Bespreek dit met de klas.

Je ziet een filmpje over hoe je met geld omgaat.

stelling

Ik blijf altijd binnen mijn budget als ik iets wil kopen.

[Picto opdracht] Ben je het daarmee eens? Waarom wel en waarom niet?

  • Bespreek het met de klas.

[Picto weetje] Een budget is hoeveel geld je ergens aan kan uitgeven (meer heb je niet).

[Picto tip] Als je niet genoeg geld hebt, spaar dan door. Dan kan je het later wel kopen!

Maar soms speelt groepsdruk ook een belangrijke rol bij een keuze. Dat betekent dat de groep eigenlijk bepaalt wat jij gaat kopen.

Bijvoorbeeld: je wil nieuwe schoenen kopen. Je kijkt eerst welke schoenen jouw klasgenoten dragen. Dan koop je hetzelfde merk schoenen als zij. Anders val je buiten de groep. Misschien gaan ze je anders wel pesten of vinden ze je raar.

[Picto tip]De beste keuze is, wat jij graag wilt. Ook als je denkt dat iemand anders dat raar zal vinden. Je durft dan uit te komen voor jouw eigen mening.

[Picto groepsopdracht] Hoe ga jij om met groepsdruk?  

  • Vul het schema in.

 

Wel

Niet

Je gaat samen met je vriendin een mobieltje kopen. Je kiest een mobieltje uit. Je vriendin lacht je uit? Koop je het dan wel of niet?

 

 

Je ziet een armband in de etalage liggen. Je hoort je zus ‘psss’ zeggen. Koop je die armband dan wel of niet.

 

 

Je bent op zoek naar een nieuwe tablet. Er komt een nieuwe tablet op de markt. De hele klas heeft het erover. Koop je die dan wel of niet?

 

 

Je koopt een bepaalde spijkerbroek volgens de laatste mode. Omdat je niet buiten de groep wil vallen.

 

 

 

[Picto tip] Als je iets wil kopen, zorg er dan voor dat je precies weet wat je wil. Denk daar goed over na, zodat je zeker weet dat dat is wat je wil.

[Groepsopdracht] Welke keuze maak je? En waarom?

  • Maak de keuze.

Stel: Bart gaat altijd op de fiets naar school. Dat is 5 kilometer fietsen.
Een paar van zijn klasgenoten komen met de scooter. Een van hen zegt: ‘Waarom koop jij geen scooter?’ Bart kijkt wel op tegen die jongen. Maar hij heeft het geld niet. Wat zouden jullie doen? Bespeek dat met elkaar.

Leg uit.

_______________________________________________________________________

_______________________________________________________________________

_______________________________________________________________________

_______________________________________________________________________

_______________________________________________________________________

[Picto deze les] Deze les heb je geleerd hoe je de beste keuze kunt maken.

[Picto Challenge] Let goed op als je deze week iets gaat kopen. Sta je daar voor 100% achter?

  • Bespreek dat volgende week met de klas.

Opdracht 5 | Welke mensen wil je aantrekken?

 

Bepaal hoe positief jij denkt. .

Want als je vooral negatief denkt, trek je ook vooral mensen aan die negatief denken. Hoe ga je het doen? Bewaar het verslag in het mapje op je  computer.

 

 

 

 

Stap 6 | Lees positief nieuws.

 

Eindopdracht Kiezen en Kopen

Deze lessen gingen over jouw ecologische voetafdruk. Hoe belangrijk vind jij dat? En in hoeverre houd je daarbij rekening met de mening van een ander? Daarover gaat deze eindopdracht.

[Picto doel] Aan het eind van de les kan je uitleggen of jij meestal blij bent met je aankopen.

[Picto terugkijken] Ben je tevreden met de aankopen die je de afgelopen week hebt gedaan?

  • Bespreek dat met je klas.

[Picto video’s] Wat heb je van deze video geleerd?

  • Bespreek dit met je klas.

Uitleg

Je doet deze opdracht in een groepje. Samen bedenken jullie hoe je de ecologische voetafdruk van de school kan verkleinen. In een presentatie laten jullie zien wat jullie ontdekt hebben.

  • Controleer of er binnen de school materiaal of energie wordt verspild.

Voorbereiden

Bespreek wat jullie milieubewust vinden.
Bespreek waar jullie op gaan letten.

Bespreek hoe de school ermee omgaat.

Denk aan:

  • energieverspilling
  • verspilling van materiaal
  • scheiden van afval

Verzamel informatie en maak foto’s of een filmpje. Kijk goed om je heen in het lokaal en op het schoolplein. Welke soorten afval worden wel of niet gescheiden? En waar gebeurt dat? Vraag het bijvoorbeeld aan de congierge.

 

Wordt het verzameld?

Waarin wordt het verzameld?

Glas

 

 

Papier en karton

 

 

Gft-afval

 

 

Klein chemisch afval

 

 

Plastic

 

 

 

  • Bedenk wat jullie willen vertellen over de ecologische voetafdruk van de school.Geef minimaal 3 tips wat de school (nog meer of beter) zou kunnen doen.

Uitvoeren
Verzamel informatie. Maak daar een presentatie van. Kies welke vorm van presenteren jullie willen gebruiken.

Laat in de presentatie zien of de school goed omgaat met het milieu. Of dat de school nog tips kan gebruiken op dat gebied.

Terugkijken
Zijn jullie tevreden over de presentatie? Ja / nee

Leg je antwoord uit.

_______________________________________________________________________

_______________________________________________________________________

_______________________________________________________________________

_______________________________________________________________________

_______________________________________________________________________

 

Welke 3 tips hebben jullie voor de school?

1.______________________________________________________________________

2.______________________________________________________________________

3.______________________________________________________________________

Opdracht 6 | Hoe ga jij om met negatief nieuws?

 

 

Wanneer dacht jij negatief?

Waar ging het over? Bewaar dat document in het mapje op je computer.

 

Neem het leven niet altijd zo serieus. Kijk welke zaken of mensen je energie kosten. Schrap die! Ruil dat in voor dingen of mensen die je energie geven en dus wel veel opleveren.

Begrippen lijst

begrippenlijst Kiezen en Kopen

Reclame
Advertenties, folders of commercials. Dat is allemaal reclame. Daarmee proberen bedrijven producten te verkopen.

Natuurramp
Als veel mensen dood gaan door een aardbeving, overstroming of een windhoos.

Commercieel
Commercieel betkent dat het bedrijf veel producten wil verkopen.

Energiebronnen
Waar haal je de energie uit? Uit fossiele brandstoffen of natuurlijke bronen. Bijvoorbeeld wind, water en zon.

Budget
Het geld dat je hebt om er dingen van te betalen die je nodig hebt.

Commerciële reclame
Reclame met het doel om je iets te verkopen.

Consumentenorganisaties
Een consumentenorganisatie geeft betrouwbare informatie over producten. De organisatie test producten en laat zien welke voor- en nadelen elk product heeft.

Duurzaam
Een duurzaam product is gemaakt op een manier die zo min mogelijk schade geeft aan natuur en mensen. Het is beter voor het milieu.

Ecologische voetafdruk
De ruimte van de aarde die nodig is om jouw voedsel te maken + de hoeveelheid energie die je gebruikt.

GFT-afval
Groente-, fruit- en tuinafval

Groene stroom
Milieuvriendelijke elektriciteit, zoals stroom van windmolens en zonnepanelen.

Ideële reclame
Reclame met het doel om je tot actie op te roepen.

Klein chemisch afval
Afval waar giftige stoffen in zitten.

Seizoensgebonden
Je eet in de winter wat er dan wordt geteeld. Dat geldt ook voor het voorjaar, de zomer of de herfst.

Lokaal geteeld
Voeding die in de buurt wordt geteeld.

Vegetarier
Iemand die geen vlees en vis eet.

Veganist
Iemand die helemaal niets van een dier eet. Geen vlees en geen melkproducten.

Milieu
De omgeving waar mensen, dieren en planten leven.

Recyclen
Nieuwe dingen maken van afval.

Sociale druk
Druk vanuit een groep. De groep bepaalt wat jij doet.

 

Wat heb je geleerd?

 

Deze les les heb ik geleerd wat positief denken voor je kan betekenen

Challenge

 

Probeer negatieve gedachten om te draaien. Dan zal je merken hoeveel beter je je voelt.

Extra opdracht

 

Als je vragen hebt of iets niet begrijpt, schrijf die in je agenda. Zet erbij aan wie je dat wil vragen. Probeer eerst William James.