Chat with us, powered by LiveChat

Module 4. Begrijp je de tekst?

Les 1. Hoe leer je een tekst?

 

 

Bij veel vakken moet je een tekst leren. Als je een tekst begrijpt, kan je de vragen in een toets goed beantwoorden. Dit kan je gebruiken vanaf de brugklas tot je examenjaar. Dus als je dat goed doet, ben je al half geslaagd. Daarover gaat deze les.

 

Na deze les weet je hoe je een tekst kan leren.

 

 

 

Terugkijken

 

 

Bespreek met de klas

De vorige module ging over plannen. In de laatste les heb je bedacht hoe je de toets ging plannen. Hoe heb je dat gedaan? Was je tevreden met het resultaat? Als je goede tips hoort, bewaar die dan op je computer.

 

 

 

Bekijk de video

 

Als je goede tips tegenkomt in de video, bewaar ze op je computer in het mapje ‘Tekstbegrip’..

 

 

 

Kijk in de ELO of je agenda.

 

 

 

Bespreek met de klas en de mentor.

Wanneer heb je een toets voor een vak waarvoor je een tekst moet leren? Die toets ga je de komende week voorbereiden. Zet in je agenda voor welk vak de toets is, wanneer je de toets hebt en hoe je die gaat leren. Bestudeer ook het stappenplan bij deze studievaardigheid,

 

 

Stap 1 Bekijk de tekst globaal

 

 

Om de tekst goed te begrijpen, ga je de tekst eerst globaal bekijken. ‘Globaal’ betekent ‘in grote lijnen’. Als je een tekst bekijkt, kijk je eerst alleen naar de dingen die meteen opvallen.

Bijvoorbeeld: de titel, schuin- en vet gedrukte tekst en tussenkopjes. Maar ook plaatjes en tekst bij de plaatjes.

Als je een tekst wilt begrijpen, moet je eerst weten wat het onderwerp is. Het onderwerp is waar de tekst over gaat. Bijvoorbeeld. Claude

 

 

OPDRACHT 1. Hoe bekijk je de tekst globaal?

 

Schrijf op wat je vooral opvalt. .

Als je een woord in de tekst niet begrijpt, kan het zijn dat je een deel van de tekst niet snapt. Zoek dus eerst uit wat dat woord betekent voor je verder gaat. Bewaar dat woord en betekenis eventueel op je computer of in je notitieboekje.

Stap 2. Bestudeer de tekst actief

 

 

‘Actief’ betekent dat je iets gaat doen. In dit geval ga je belangrijke tekst onderstrepen of markeren. De belangrijkste zinnen noem je hoofdzaken. Die gaan altijd over het onderwerp. Bijvoorbeeld: Claude gaat naar het Songfestival.

 

 

OPDRACHT 2. Hoe markeer je de hoofdzaken?

 

 

Leg uit waarom jij denkt dat dat de hoofdzaken zijn.

Zet dat in je notitieboekje of bewaar het op je computer in het mapje ‘Tekstbegrip’.

 

Een toets is belangrijk. Het cijfer telt mee voor je rapportcijfer. Daarom verdeel je het leren over 3 of 4 dagen. Als je het leren over 4 dagen verdeelt, herhaal je de lesstof. Daardoor onthoud je het beter. Bewaard at in je mapje Tekst leren.

 

Bijvoorbeeld zo:

Dag 1. Bekijk de tekst globaal. Wat valt je als eerste op? 

Dag 2. Bestudeer de tekst actief. Onderstreep of markeer de hoofdzaken. 

Dag 3. Maak met de hoofdzaken de samenvatting. Doe dat in je eigen woorden.

Dag 4. Laat je overhoren. Begrijp je de tekst?

 

 

Wat heb je geleerd?

 

Deze les heb ik geleerd hoe je een tekst kunt begrijpen. Door de tekst eerst globaal te bekijken. n daarna actief te bestuderen.

Challenge

 

Gebruik deze informatie als je de toets gaat leren. Pak het stappenplan erbij als je niet meer weet hoe je het moet aanpakken.

Inhoudsopgave

Les 1. Hoe leer je een tekst?

Les 2. Wat zijn de hoofd- en bijzaken?

Les 3. Hoe leer en maak je een toets?

Terug naar hoofdpagina