Module 1 | Maak van jouw klas een topklas!
Les 2
Hoe ga je met elkaar om?
Als het goed is, ken je inmiddels de meeste kinderen uit je klas wel. Dat wil nog niet zeggen dat je je prettig voelt in deze klas. Hoe prettig voel jij je? Hoe zorg je ervoor dat je je prettiger gaat voelen als dat nu nog niet zo is?
Na deze les weet je wat jij kan doen om je goed te voelen in deze klas.
William James is de naam van onze Chatknop. Hij helpt je bij je lessen. Aan hem kan je al je vragen stellen. Je kan bijvoorbeeld alle stappenplannen opvragen. Je kan ook oefenen uit de methode of je lesboek.. Wat nu als je een vraag stelt waar hij geen antwoord op weet? Stel dan je vraag anders net zolang tot je het begrijpt.
Bekijk de video
Als je goede tips hoort, Bewaar die informatie op je computer.
Stap 4 | Maak afspraken met de klas.
Om een ideale klas te worden, is het goed om met elkaar afspraken te maken. Hoe ziet een ideale klas er voor jou uit? Wat kan en mag wel en wat niet? Daar kan je afspraken over maken.
Opdracht 4 | Wat zijn goede afspraken?
Hoe pak je het aan?
- Bedenk samen 1 afspraak. Bijvoorbeeld: ‘In deze klas wordt niemand gepest’.
- Als de mentor het sein geeft, leest elk groepje zijn afspraak voor.
- De mentor schrijft alle afspraken op het bord.
- De mentor leest elke afspraak op. Wie het ermee eens is steekt zijn hand op. Welke afspraken krijgen de meeste stemmen.
- Bepaal welke afspraken jullie maken.
Stap 5 | Bedenk een ‘straf’
Maar wat doe je als iemand zich er niet aan houdt? Praat daarover met je groepje. Bedenk met je groepje wat iemand moet doen als hij zich niet aan de afspraken houdt. Bewaar die informatie op je computer. Het moet een leuke, grappige ‘straf’ zijn.
Bijvoorbeeld: als iemand zich niet aan één van de afspraken houdt, dan moet hij een spreekbeurt houden over: ‘Wat is een ideale klas?’.
Bedenk een ‘straf’ die goed bij iemand past. Bijvoorbeeld: als iemand een grote mond heeft, moet hij de volgende mentorles het hele uur zijn mond houden.
Opdracht 5. Wat is een passende ‘straf’?.
Doe dat voor elke klasgenoot. Schrijf alle namen op een blaadje. Zet de vraag erachter. Noteer de antwoorden op een apart blaadje. Bijvoorbeeld: ‘Ben je sportief? Van welke muziek houd jij? Uit welk land kom je?’ etc.
Hoe pak je het aan?
- Bedenk samen 1 straf. Bijvoorbeeld: ‘Als iemand een klasgenoot heeft gepets, moet hij een spreekbeurt houden over de gevolgen van pesten.
- Als de mentor het sein geeft, leest elk groepje zijn straf voor.
- De mentor schrijft alle ideeën op het bord.
- De mentor leest elk idee voor. Wie het ermee eens is steekt zijn hand op. Welke straffen krijgen de meeste stemmen.
- Bewaar ze in je mapje tot er een afspraak wordt overtreden. Beslis dan samen welke straf het beste bij de overtreding en de leerling past.
Als je iets niet begrijpt dat te maken heeft met een vak, dan is het slim om dat aan de docent te vragen. Dat kan je doen in de les, je kan de docent een mailtje sturen of je kan een keer in de pause langs de docentenkamer gaan. Je kunt het natuurlijk ook proberen bij Wiliam James.
Stap 6 | Vier successen.
Nu komt het leukste: elke week bespreek je met de mentor hoe het tot dan toe is gegaan. Als er een succes is geboekt, ga je dat vieren. Bijvoorbeeld: een picknick in het park, de mentor trakteert, etc.
Bedenk: hoe ga je dat vieren?
Opdracht 6 | Vier je succesen?
Hoe ga je dat vieren?
Gebruiksaanwijzing
- Ga met hetzelfde groepje zitten.
- Bedenk samen een leuke manier om het te vieren.
- Daarna vertelt elk groepje welke manier jullie hebben bedacht.
- Vervolgens stemmen jullie welke manier het leukste is. Je mag niet op het idee van je eigen groepje stemmen.
- Ten slotte zet iedereen zijn handtekening eronder.
- Zet dat ook in je agenda.
Wat heb je geleerd?
Deze les heb ik geleerd hoe je successen kan vieren..
Challenge
Houd je de komende weken aan deze afspraken.
De volgende les bespreken we hoe dat is gegaan.
Hoe dan?
Als iemand zich niet aan de afspraken heeft gehouden, overleg met de klas welke straf hij of zij krijgt.
Extra opdracht
Als je vragen hebt of iets niet begrijpt, schrijf die in je agenda. Noteer dat op de dag dat je het wil vragen. Zet erbij aan wie je dat wil vragen.