Les 2 Hoe plan je een toetsweek?

 

 

De meeste scholen werken met een toetsweek. Dan moet je binnen een week meerdere toetsen leren. Dan is het helemaal verstandig om daar een planning voor te maken. Anders heb je grote kans dat je dingen vergeet. Dat kan leiden tot stress.

 

Stress is niet alleen ongezond, het zorgt er ook voor dat je je slecht kan concentreren. Daardoor onthoud je de lesstof dus minder goed en minder lang. Bovendien begijp je de tekst vaak niet.

 

 

Deze les leer je hoe je een efficiënte planning kan maken voor een toetsweek.

 

 

 

 

Reflecteren

 

Welke challenge ben je de afgelopen week aangegaan? Wat waren de resultaten? Was je daarmee tevreden? Hoe kan het eventueel de volgende keer beter?

 

Bespreek dat met de klas. Noteer goede tips in je mapje ‘Plannen’.

 

 

 

Bekijk de video bij deze les

 

Noteer eventuele tips op je computer in het mapje ‘Plannen’.

 

 

 

Wanneer heb je de toetsen in de toetsweek?

 

Overleg dat met de mentor en de klas. 

 

 

 

 

 

Stappen & Opdrachten

 

 

 

-> Zet erbij dat het om een toets gaat, voor welk vak het is en wat je ervoor moet doen.

 

De Duitse psycholoog Hermann Ebbinghaus deed in zijn carrière veel onderzoek naar het geheugen. Hij concludeerde dat mensen nieuw geleerde dingen in de eerste instantie goed konden onthouden, maar dat je na verloop van tijd dingen vergeet.

Je, onthoudt steeds minder naarmate de tijd verstrijkt en na een week ben je vrijwel alles vergeten. Tenzij je de lesstoft herhaalt. Daarom is het goed om een grote en belangrijke taak over 4 dagen te verdelen. Elke dag leer je de zelfde lesstof maar steeds op een andere manier.

 

 

Bijvoorbeeld: een tekst

 

Dag 1. Lees de tekst globaal

Dag 2. Bestudeer de tekst actief

Dag 3. Bedenk vragen bij de tekst.

Dag 4. Beantwoord de vragen en laat je overhoren. Bijvoorbeeld: door een klasgenoot of één van je ouders.

 

Of een toets voor woorden leren

 

Dag 1. Schrijf elk woordje dat je moet leren op een kaartje. Op de andere kant zet je de vertaling.

 

Dag 2. Leer alle woordjes in groepjes van 10. Van het Nederlands naar de vreemde taal en andersom.

Herhaal elk groepje tot je de meeste woordjes onthoudt. De woordjes die je nog niet kan onthouden, hang je op een plek waar je altijd je huiswerk maakt. Lees ze steeds hardop op.

 

Dag 3. Doe nu hetzelfde met spelling. Hoe spel je elk woord?

Iedereen leert anders. Welke manier past het beste bij je. Gebruik de manieren die je nu helpen. Probeer nieuwe manieren uit of neem een manier over van je klasgenoten.

 

Dag 4. Laat je overhoren.

Als je denkt dat je alle woordjes goed kent, zowel wat de Nederlandse woordjes in de vreemde taal betekenen en hoe je ze in de vreemde taal schrijft en uitspreekt.

 

 

 

Stap 3. Begin elke dag met de belangrijkste leertaak

 

Opdracht 3. Wat zijn de belangrijkste taken?

 

De belangrijkste taken zijn taken die het meeste invloed hebben op je rapportcijfers, waar je de meeste tijd aan kwijt bent en waar je dus extra je best voor moet doen.

Dan is het verstandig om de belangrijkste taak te leren als je je goed kan concentreren. Dat lukt het beste als je hoofd leeg is. Dat is meestal als je met je huiswerk begint en na een pauze.

 

-> Bepaal wanneer je je het beste kan concentreren. Vul dan in wat je in die periodes gaat doen.

 

Het leren van een belangrijke tekst kost meestal het meeste tijd. Als je dat op de laatste dag vóór de toets zou doen, is de kans groot dat je het niet goed onthoudt. Het gevolg is dan dat je een onvoldoende haalt. Als je de totale lesstof over 4 dagen verdeelt en je begint elke dag met de toets, dan is de kans, volgens Hermann Ebbinghaus groter dat je een goed cijfer haalt

 

Opdracht 4. Wat is de juiste volgorde?

 

Houd daarbij rekening met concentratie: wanneer kan je je het beste concentreren. Meestal voel je dat zelf wel, dan lijkt het of je watten in je hoofd hebt. Dat is het moment om pauze te nemen, net zolang tot je je weer fris voelt.

 

-> Zet per toets in je agenda waar je mee wil beginnen en wat je na een pauze wil doen.

 

Je begint met de belangrijkste taak..Omdat je hoofd dan nog leeg is.  Dan kan je je het beste concentreren. Na een pauze kan je je ook goed concentreren. Doe dan wat jij het tweede belangrijkste vindt bijvoorbeeld na de pauze. Dat kan een toets zijn, een s.o., een presentatie, etc.

 

Opdracht 5. Wat wordt je plan? 

 

Dag 3. (2 dagen voor de toets)

Dan doe ik wat er bij dag 3 in de agenda staat. Daarna doe ik de andere taken voor die dag die in mijn agenda staan.

 

Dag 4. (de laatste dag voor de toets)

Dan laat ik me overhoren.

 

Erg handig is een planagenda of een planner. Dan zie je de hele week op een pagina. Dat maakt het plannen overzichtelijker.

 

 

 

Stap 6. Kijk terug

Stap 5. Houd je aan je planning

 

 

Als je je aan je eigen planning wil houden, is het slim om een  planning te maken. Dat houdt in dat je een planning maakt die haalbaar is. Dat betekent dat jij die planning kunt halen.

Als je op één dag te veel huiswerk hebt, verdeel het dan over meerdere dagen. Begin daar dan een of meer dagen eerder mee. Kijk dus regelmatig (elke week) vooruit.

Als je je niet meer kan concentreren, doe dan een paar ontspanningsoefeningen. Concentreer je op je ademhaling. Adem diep in gedurende 6 seconden, houd je adem 5 seconden in en adem diep uit. Doe dat net zo lang tot je rustig voelt.

Of concentreer je op je spieren. Span die één voor één een paar seconden aan en laat ze dan langzaam weer los. Je begint bij je tenen en eindigt bij je hoofd. Door je spieren aan te spannen of te letten op je ademhaling, kun je een gevoel van ontspanning krijgen.

 

Probeer dat als je na schooltijdje je huiswerk gaat leren.

 

 

OPDRACHT 1. Hoe maak je planning haalbaar?

 

Zet alles wat je op een dag wil doen in de juiste volgorde.

 Waar je mee wil beginnen, geef je een 1, wat je daarna doet een 2, etc. Denk je dat je het redt om binnen de tijd klaar te zijn?

Stap 6. Maak een planning

 

 

Voor het leren van alle toetsen in een toetsweek, doe je in principe hetzelfde. Je verdeelt het leren van elke toets over 4 dagen en maakt dan per dag een planning. Begin elke dag met de toets. Houd dan ook rekening met privéafsprake en andere schooltaken. Vervolgens zet je alles wat je moet doen op een dag in de juiste volgorde. En bepaal je hoeveel tijd je aan elke taak wil besteden.

 

Taken die een grote invloed hebben op je rapportcijfers zijn belangrijk. Acute taken of afspraken zijn belangrijk omdat ze niet kunnen wachten. Als je je planning maakt, reken dan ook onverwachte zaken – zoals een telefoontje – mee. Als je merkt dat je je planning niet gaat halen omdat je steeds gebeld wordt, dan kan je maatregelen nemen.

Bijvoorbeeld door je telefoon uit te zetten. Of elke dag een half uur in te plannen om mensen te bellen.

 

Door achter elke taak of afspraak de tijd te zetten die jij denkt dat je ermee bezig bent, houd je overzicht. Daarmee help je jezelf om je aan je eigen planning te houden of je planning aan te passen.

 

Je kan de planning voor de hele toetsweek eerst op papier maken. Daarna zet je elk onderdeel per dag in je agenda, op de dag dat je het gaat doen. Zet alle onderdelen in de juiste volgorde. Reken vanaf 4 dagen voor de toets. Dan begin je met dag 1. Daarna leer je dag 2 en 3, en op de laatste dag check je of je de tekst begrijpt.

 

Om meerdere toetsen te leren, is het slim om alle toetsen door elkaar te gooien. Doe dan elke dag iets aan meerdere, verschillende toetsen. Daardoor varieer je alle onderdelen en versterk je de verbindingen tussen de hersencellen. Leer elke taak in dezelfde volgorde als in je agenda staat. Houd natuurlijk wel rekening met welke toets eerst komt, welke als tweede, etc

 

 

OPDRACHT 2. Maak een planning voor de toetsweek?

 

Maak nu per dag de definitieve planning voor alle toetsen in de toetsweek.

Vergeet niet al het andere huiswerk, privéafspraken en pauzes in te plannen.

 

 

.

 

Hoe maak je een planning voor de toetsweek?

1. Eerst schat je in hoeveel tijd je in totaal per toets nodig hebt.
2. Verdeel die tijd voor elke toets over 4 dagen.
3. Bepaal hoe je het elke dag gaat doen.
4. Bepaal op welke dag je met elke toets begint.
5. Zet dan al het huiswerk per dag in de juiste volgorde van tijd (Begin elke dag met een een deel van een toets).

 

 

Bijvoorbeeld:

Nederlands:

Dag 1. Tekst globaal lezen.

Dag 2. Tekst bestuderen.

Dag 3. Een samenvatting maken.

Dag 4. Vragen beantwoorden en je laten overhoren.

Start: 12 oktober

 

Wiskunde:

Dag 1. Hoofdstuk 1.

Dag 2. Hoofdstuk 2.

Dag 3. Hoofdstuk 4.

Dag 4: Overhoren.

Start: 13 oktober

 

Engels:

Dag 1. Alle woordjes leren (eerst involgorde, daarna door elkaar).

Dag 2. Alle woordjes die je nog niet goed onthoudt leren (door elkaar).

Dag 3. Alle woordjes door elkaar.

Dag 4. Overhoren (door elkaar).

Start: 15 oktober

 

Geschiedenis:

Zie Nederlands

Start: 16 oktober

 

 

Dus, hoe pak je het aan?

 

Bijvoorbeeld: begin minstens een week voor je de eerste toets hebt.

Dag 1. 12 oktober: dag 1 Nederlands, plus ander huiswerk en afspraken

Dag 2. 13 oktober: dag 1, wiskunde en dag 2 Nederlands, plus idem

Dag 3. 14 oktober: dag 1 geschiedenis, Dag 2 Wiskunde en dag 3. Nederlands.

Plus idem. Etc.

 

Als je een taak hebt afgerond, vink het dan af. Je mag deze taak ook doorstrepen of een kleurtje geven.

 

 

 

WAT HEB JE GELEERD?

 

Na deze les weet je hoe je een toetsweek kunt plannen.

 

 

Challenge

 

Bespreek de volgende les hoe je het de afgelopen week hebt aangepakt.

Ben je tevreden met het resultaat?