Les 2 Hoe ga je met elkaar om?

Als het goed is, ken je de meeste kinderen uit je nieuwe klas. Dat wil nog niet zeggen dat je je prettig voelt. Hoe prettig voel jij je? Hoe zorg je ervoor dat je je prettiger gaat voelen als dat nu nog niet zo is? 

Na deze les weet je wat jij kan doen om je goed te voelen in deze klas.

Terugkijken

In de vorige les heb je vragen bedacht. Deze les ga je de vragen die je bedacht hebt, stellen. Wat verwacht je daarvan?

Bespreek dat met de klas

Als je goede tips hoort, schrijf die dan in je notitieboekje.of bewaar ze op je computer.

Bekijk de Video bij deze les

Als je goede tips hoort, schrijf die dan in je notitieboekje.of bewaar ze op je computer.

Stap 3  Stel vragen

De vorige les heb je vragen bedacht. Weet je aan wie je die wil stellen? In deze les kan je die vragen écht stellen. Maar je klasgenoten stellen ook vragen aan jou.

Een vraag stellen kan best eng zijn.

Bijvoorbeeld als je iemand niet kent. Of als de hele klas meeluistert. Maar een vraag kan ook veel opleveren. Daar kom je pas achter als je de vraag ook écht stelt

OPDRACHT 1. Welke vragen ga jij stellen?

En aan wie?

Zet alle tafels in een lange rij. Steeds twee tegenover elkaar.

Hoe pak je het aan?

1. Pak een blaadje en een pen.
2. Zoek een plekje.
3. Je stelt de eerste vraag aan degene die tegenover je zit. Je krijgt 1 minuut de tijd om je vraag te stellen. Je mag wel doorvragen. Daarna stelt de ander een vraag aan jou.
4. Noteer de naam van degene die tegenover je zit. En schrijf kort op welk antwoorden je kreeg op die vragen.
5. Als de mentor het sein ‘stop! geeft, schuift de ene rij een plekje op. Degene die vooraan zit, sluit achter aan. De andere rij blijft gewoon zitten.
6. Net zolang tot je iedereen een vraag hebt gesteld.
7. Daarna beantwoord je de volgende vraag.

Wat weet je nu over je klasgenoten? Met welk antwoord ben je het meest tevreden?

Bespreek dat met de klas.

Stap 4  Maak afspraken met de klas

Om een leuke klas te worden, is het goed om met elkaar afspraken te maken. Hoe ziet voor jou een ideale klas eruit? Wat kan daar wel en wat niet? Daar kan je afspraken over maken.

OPDRACHT 2. Welke afspraken maken jullie?

Bespreek dat in een groepje.

Wat vinden jullie een belangrijke afspraak? Als je meer afspraken bedenkt, schrijf die dan ook op.

Hoe pak je het aan?

1. Bedenk samen 1 afspraak. Bijvoorbeeld: ‘In deze klas wordt niemand gepest’.
2. Als de mentor het sein geeft, leest elk groepje zijn afspraak voor.
3. De mentor schrijft alle afspraken op het bord.
4. Welke 3 afspraken vinden jullie de beste.
5. De mentor leest elke vraag op. Wie het ermee eens is steekt zijn hand op. Welke afspraken krijgen de meeste stemmen.
6. Deze afspraken schrijven jullie op een groot vel papier.

Dan blijft er nog één ding over: wat doe je als iemand zich er niet aan houdt?

Praat daarover in een groepje.  

Bedenk wat iemand moet doen als hij zich niet aan de afspraken houdt. Als je goede tips hoort, schrijf die dan in je notitieboekje.of bewaar het op je computer.

Het moet een leuke, grappige ‘straf’ zijn.

Bijvoorbeeld: als iemand zich niet aan een afspraak houdt, dan moet hij een spreekbeurt houden over: ‘Wat is een ideale klas’.

WAT HEB JE GELEERD?

Deze les heb ik geleerd dat je afspraken kunt maken als je iets wil bereiken.

Challenge

Houd je de komende weken aan deze afspraken.

De volgende les bespreken we hoe dat is gegaan.