Module 5. Hoe leer je van je fouten
Les 1 Hoe kijk je terug op een situatie?
Fouten maken mag. Sterker nog, dat is juist goed. Als je maar toe durft te geven dat je die fouten hebt gemaakt. Want dan kan je bedenken hoe het een volgende keer beter kan. Zo leer je elke keer wat je een volgende keer beter kan zeggen of beter kan doen. Dat heet leren!
Na deze les weet je hoe je kan leren van je eigen fouten.
Terugkijken
Hoe heb je de laatste les van de module Tekstbegrip afgesloten? Welke toets heb je voorbereid? Was je tevreden met het resultaat?
Bespreek dat met de klas.
Schrijf tips die je hoort in je notitieboekje.Of in een mapje op je computer. Gebruik die informatie als je weer een toets moet maken.
Bekijk de video
Als je goede tips tegenkomt, schrijf die in je boekje. Of op je computer in het mapje ‘Terugkijken’.
Stap 1 Kijk terug op de situatie
Terugkijken betekent kijken naar hoe je iets hebt gedaan.
Bijvoorbeeld: hoe je een toets hebt voorbereid..Heb je dat goed gedaan? Of kan het beter? Als je weet dat je een fout hebt gemaakt, kan je bedenken hoe het beter kan. Het is dus iets leren van je eigen fouten.
Bij terugkijken stel je jezelf 4 vragen:
- Wat is de situatie?
- Wat is jouw rol?
- Wat deed je goed?
- Wat deed je niet zo goed?
- Hoe doe je het de volgende keer beter?
OPDRACHT 1. Hoe kijk je terug op een situatie?
Wanneer ging er iets niet zo goed.
Vertel, wat was de situatie? Als je wil terugkijken op die situatie, stel dan die 5 vragen. En geef een eerlijk antwoord. Schrijf de antwoorden in je notitieboekje of bewaar het op je computer..
Hoe werkt het?
1. Wat is de situatie?
Bijvoorbeeld. Je had ruzie met je moeder. Je had een tegenvallend cijfer voor een toets. Of je kwam te laat op een afspraak.
2. Wat was jouw rol?
Bijvoorbeeld: ‘Ik had me verslapen’.
3. Wat deed je goed?
Bijvoorbeeld. Je hebt gebeld dat het iets later zou worden.
4. Wat deed je niet zo goed?
Bijvoorbeeld. Ik deed een dutje en was vergeten de wekker te zetten.
5. Hoe doe je het de volgende keer beter?
Bijvoorbeeld. De volgende keer zet ik de wekker.
Het begint met toegeven dat je iets niet goed hebt gedaan. Dan kan je bedenken hoe je het beter kunt doen. Hoe doe je het de volgende keer beter?
Stap 2 Bedenk: wat was jouw rol?
‘Jouw rol’ betekent wat heb jij in die situatie gedaan? Als je weet wat jouw rol was, dan kan je daarop terugkijken. Wat deed je goed en wat kan de volgende keer beter?
OPDRACHT 1. Vertel, wat was jouw rol?
Zet dat in je notitieboekje.Of bewaar het op je computer.
Als je daar eerlijk over durft te zijn, zal je dat in de toekomst veel opleveren.
WAT HEB JE GELEERD?
Deze les heb ik geleerd hoe je van je eigen fouten kan leren.
Challenge
Stel steeds deze 5 vragen bij alle situaties. Wees kritisch op je eigen rol in die situatie.
EXTRA OPDRACHT
Mocht je iets niet begrijpen, schrijf die vraag dan op in je boekje. Of in je agenda. Zet erbij aan wie je die vraag wil stellen. Doe het wel voordat je de toets hebt. Zo kan je het niet vergeten.
Inhoudsopgave
Les 1. Hoe kijk je terug op een situatie?
Les 2. Wat kan er beter?
Les 3. Hoe haal je een hoger cijfer?
Terug naar hoofdpagina