Les 2 Hoe plan je een toets?

Je goed voorbereiden op een toets is superbelangrijk. Het cijfer voor de toets telt immers vaker mee voor je rapportcijfer dan bijvoorbeeld een s.o. Hoe maak je een goede planning voor een toets?

1. Begin met het belangrijkste.
2. Plan pauze.
3. Zet alles wat je moet leren in de goede volgorde.?

Na deze les weet je hoe je een efficiënte planning maakt voor een toets.

Terugkijken

Bespreek dat met de klas.

Hoe heb je je huiswerk de afgelopen week gepland? Is dat je goed bevallen? Hoe kan het (nog) beter? Schrijf eventuele tips in je agenda of notitieboekje. Je mag het  ook bewaren op je computer in een mapje ‘Plannen[.

Bekijk de video

Als je goede tips hoort, bewaar die dan  in je mapje Plannen op je computer.

Wanneer heb je de volgende toets?

Zet dat in je agenda op de dag dat je de toets hebt.  Verdeel het leren van de toets over 4 dagen.  Op welke dag ga je beginnen?

Stap 3 Zet alle taken in de juiste volgorde

Als je thuiskomt van school, leg je eerst alles klaar wat je nodig hebt. Daarna maak je een planning: wat wil je die dag allemaal doen? Dat zet je in de goede volgorde. Daarna kan je beginnen.

Daarbij moet je rekening houden met concentratie, herhalen en om welke taak of afspraak het gaat. Plan om de drie kwartier een pauze in van 15 minuten. Of als je je niet meer kan concentreren. Na elke pauze plan je een leertaak in.

OPDRACHT 1. Wat is de juiste volgorde?

Zet je huiswerk in de juiste volgorde in je agenda. En houd je daaraan.

Verdeel het leren van de lesstof voor een toets over 4 dagen. Herhaal de lesstof steeds op een andere manier. Dan onthoud je het beter en langer. Plan dan nog een vierde dag in om te checken of je de lesstof kent of begrijpt.

Een toets voor een zaakvak doe je bijvoorbeeld zo: 

Dag 1. Lees de tekst globaal.

Kijk eerst wat je meteen opvalt. Bijvoorbeeld: de titel, tussenkopjes, vet- en schuingedrukte woorden, plaatjes en onderschrift. Dan heb je al een aardig idee van waar de tekst over gaat.

Dan beantwoord je de vraag: wat is het onderwerp? Het onderwerp is waar de tekst over gaat. Bijvoorbeeld: Donald Duck

Dag 2. Bestudeer de tekst actief.

Dan markeer of onderstreep je de hoofdzaken en stelt vragen over de tekst.

Bijvoorbeeld: lees de tekst geconcentreerd door. Daarna markeer je alle zinnen die iets met Donald Duck te maken hebben. Wat hij doet, wat hij zegt, etc. Dat zijn de hoofdzaken.

 Dag 3. Zoek de hoofdzaken.

Welke tekst heeft te maken met het onderwerp? Bijvoorbeeld: wat doet donald Duck? Noteer de hoofdzaken op een blaadje of in een toets-schrift.

Dag 4. Maak een samenvatting. En laat je overhoren.

Met alle hoofdzaken maak je de samenvatting. Doe dat in je eigen woorden. Het laatste wat je aan voorbereiding doet, is je laten overhoren.

Als je tijdens het leren dingen tegenkomt die je niet begrijpt, zet die dan in je agenda. Zet er ook in wanneer je het aan wie gaat vragen. Vraag het die dag aan de docent. Bewaar het antwoord in je notitieboekje of op je computer in het mapje ‘Plannen”.

Stap 4 Bepaal hoelang iets duurt

Nu heb je alles op een rijtje. Je hoeft nog maar één ding te doen: zet achter elke taak of afspraak hoeveel tijd je daaraan wil besteden. Vink het af als je het hebt gedaan. Als het om  een sporttraining gaat, noteer dan de totale tijd vanaf het moment dat je van huis gaat tot je weer thuis bent.

OPDRACHT 2. Hoeveel tijd wil je aan elke taak besteden?

Bedenk hoelang je aan elke taak wil besteden.  

Voor welk vak heb je de toets? Over hoeveel dagen ga je de toets verdelen? En wat doe je elke dag? Zet dat in je agenda. voor die dag: wat moet je nog meer doen?  Maak daarmee je planning. Schrijf het op een blaadje en hang dat boven je bureau. 

WAT HEB JE GELEERD?

Deze les heb ik geleerd hoe je het leren van een toets het beste aan kan pakken.

Challenge

Ga dit de komende week zo doen. De volgende les bespreken we hoe het is gegaan. Heb je er iets aan gehad?